Achter elke norm zit een mens (of vijftien)

‘Hoe werkt het nou bij NEN en hoe komt een norm tot stand?’ Dat zijn vragen die vaak gesteld worden. Zeker in het EGIZ-project, waar NEN een heel stelsel aan normen ontwikkelt in kader van de Wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg – Wegiz. Een complex werkveld waar we samenwerken met het ministerie van VWS, partners uit het zorgveld en waar inmiddels ruim 300 leden meedenken in verschillende EGIZ-werkgroepen. Met deze serie columns geeft NEN graag een kijkje in de EGIZ-keuken.

Deze keer in the spotlight Sarah Jansen, projectmedewerker bij NEN. Maar minstens zo belangrijk is de Kennissessie NPR 7523 – Logging in de praktijk. Die is op 2 juli en dat is dichterbij dan u denkt!

Daarom beginnen we daarmee. Deze kennissessie, zo u wilt webinar, is een must see voor iedereen die betrokken is bij het werken met elektronische patiëntendossiers en geeft inzicht in alle ins en outs. De Nederlandse Praktijkrichtlijn NPR 7523 biedt concrete handvatten voor het implementeren van NEN 7513 – de norm voor het registreren van acties in elektronische patiëntendossiers. In deze kennissessie ontdek je hoe NPR 7523 zich verhoudt tot de bredere normen voor informatiebeveiliging (NEN 7510), vertrouwelijkheid (NEN 7512) en logging (NEN 7513). Dit wil en kun je niet missen dus klik hier om je aan te melden!

Het is natuurlijk geen toeval dat Sarah Jansen ook betrokken is bij het tot stand komen van NPR 7523. We zouden bijna zeggen het kan haast ook niet anders, want Sarah zit als een spin in het web bij maar liefst vijftien verschillende NEN-normen waarvan er acht onder het EGIZ-project vallen. Als we dan toch een vergelijking met de keuken moeten maken dan is zij de maître die bepaalt wie waar zit en wat er wanneer op tafel verschijnt.

Is dat een leuke baan?

“Dat is een onwijs leuke baan! Ik hou ontzettend van de afwisseling en het continu weer met andere dingen bezig zijn. Soms is het wel lastig schakelen om prioriteiten aan te brengen, maar ik merk ook dat het een kwestie van ervaring is en routine opdoen. Bovendien klinkt vijftien projecten wel heel veel, maar bij sommige projecten neem ik iemand anders waar die met vakantie of zwangerschapsverlof is en andere projecten liggen even stil omdat ze bijvoorbeeld in een publieke consultatieronde zitten. Dat betekent dat iedereen drie maanden lang commentaar op de voorlopige norm mag geven en dan gebeurt er in de commissie zelf natuurlijk niet zo veel.”

Moet je nu ook verstand hebben van alles wat in de commissies wordt behandeld?

“Heel eerlijk, ik let niet op de inhoud, haha! Dat is een beetje kort door de bocht want ik weet natuurlijk wel wat het onderwerp is en waar het over gaat, maar het is ook niet mijn taak om veel kennis van de inhoud te hebben. Daar zijn de leden van de normcommissie voor, dat zijn allemaal externe experts met vakkennis. Samen met de consultant van NEN is het mijn taak om ervoor te zorgen dat de datumprikkers worden verstuurd, dat iedereen op tijd de juiste agenda’s heeft, dat er bij een vergadering de benodigde faciliteiten zijn en dat alle deelnemers aan de commissie op de hoogte blijven van relevante informatie. Een groot deel van mijn werk bestaat dan ook uit het beantwoorden en doorsturen van mailtjes.”

En dat doe je dan met allerlei elektronische foefjes en AI?

Nee joh! Dat gaat gewoon old skool met mijn schriftje. Ik vind het super overzichtelijk om alles gewoon op te schrijven en bij te houden. Als ik dan aan het einde van de dag zie wat er allemaal afgevinkt is dan ga ik met een heerlijk opgeruimd gevoel naar huis.

Volgens mij zit je wel op je plek bij NEN

“Dat klopt, ik werk hier nog maar sinds november, maar vind het een ontzettend fijne organisatie en voel me hier als een vis in het water. Het is leuk om elke dag met verschillende dingen bezig te zijn en te merken dat je steeds meer leert en ervaring opdoet. Het enige waar ik echt aan moet wennen is het vele zitten. Hiervoor werkte ik in de Zorg en dan ben je natuurlijk de hele dag in beweging. Soms stuur ik interne mails hier binnen het gebouw dus niet door maar breng ik het even bij de betreffende collega, maak ik toch even een loopje!”