NEN 7519 – Eerste norm voor generieke functies verschijnt aan de horizon

23 januari 2025
NEN 7519 lokalisatie

NEN 7519 stelt eisen aan lokalisatie van patiëntgegevens

Het heeft even geduurd, maar het gaat er nu dan toch echt van komen. Naar verwachting wordt in het eerste kwartaal van
2025 de norm NEN 7519 Lokalisatie gepubliceerd. Het is daarmee de eerste norm voor een generieke functie die in het kader
van de Wet elektronische gegevensuitwisseling in de zorg (Wegiz) het licht ziet. NEN ontwikkelt, in opdracht van het ministerie
van VWS, diverse normen voor specifieke gegevensuitwisselingen en generieke functies. Inmiddels zijn er twee normen voor
specifieke gegevensuitwisselingen gepubliceerd. Nu is het de beurt aan de normen voor generieke functies.

Waarom gegevenslokalisatie cruciaal is voor slimme en efficiënte zorg

Allemaal leuk en aardig, maar wat houdt het lokaliseren van gegevens eigenlijk in, en waarom is het belangrijk? Iemand die daar bij uitstek
antwoord op kan geven, is Paul Vermeulen, NEN-secretaris van de werkgroep NEN 7519. “Het lokaliseren van gegevens, in dit geval de
medische gegevens van een patiënt, betekent niets anders dan weten waar deze gegevens beschikbaar zijn”, stelt Vermeulen. “Dat klinkt
heel simpel, maar toen we begonnen, bleek bijvoorbeeld dat het concept van lokalisatie nog helemaal niet was uitgewerkt in Nederland.
Toch is het essentieel om hier goede afspraken over te maken. We willen nu eenmaal de informatie van de patiënt kunnen lokaliseren. Met
deze generieke norm maken we de zorg slimmer en efficiënter. NEN 7519 is ontworpen om eisen vast te stellen voor het lokaliseren van
gegevensuitwisseling.”

Einde in zicht

En dat is nu gelukt? Het einde is in zicht volgens Vermeulen. “Het heeft allemaal langer geduurd dan we aanvankelijk dachten, mede door de
fase na de publieke consultatieronde. We kunnen echter wel stellen dat het de moeite waard is geweest. Er zijn honderden reacties binnen
gekomen. Hiervan gaat 80 procent weliswaar over de punten en de komma’s, maar die overige 20 procent heeft inhoudelijk een waardevolle
bijdrage gegeven.”

Waardevolle aanpassingen op basis van reacties

Deze reacties hebben geleid tot vooruitschrijdende inzichten en dus aanpassingen, vervolgt Vermeulen. “Die aanpassingen zijn inmiddels
grotendeels verwerkt in de nieuwe versie en die hopen we in het eerste kwartaal 2025 te publiceren. Daarmee is het inderdaad de eerste
norm voor generieke functies die binnen het EGIZ-project wordt gepubliceerd.”

De essentie van normontwikkeling

Jacob Hofdijk, lid van de schrijversgroep van NEN 7519, beaamt de woorden van Vermeulen over de essentie van deze norm. “De norm
Lokalisatie biedt een basis voor interoperabiliteit door een duidelijke beschrijving te bieden van wat voor informatie tenminste nodig is voor het lokaliseren van gegevens.

Randvoorwaarde voor gegevensuitwisseling

Dit wordt ook wel semantische interoperabiliteit genoemd, en dit is een randvoorwaarde voor het delen van gegevens van patiënten tussen zorgverleners. Het is zowel centraal toepasbaar via een index, als decentraal door een lokalisatie structuur mee te sturen.” Bovendien,
zo schetst Hofdijk, levert de norm basisconcepten die nodig zijn voor netwerk- en integrale zorg via een aantal concepten van de ISO 13940, met name de concepten zorgtraject en bundeltraject.

Voortschrijdend inzicht

Hofdijk is als lid van de schrijversgroep natuurlijk ook de aangewezen persoon om een paar concrete vragen aan te stellen. Zoals wat een goed voorbeeld is van het voortschrijdend inzicht dat tijdens het schrijven van de norm is ontstaan.
“Voor het schrijven van de norm is een uitvraag gedaan naar use cases uit de dagelijkse praktijk van de zorg, waarin de uitwisseling
van lokalisatiegegevens een rol kunnen spelen”, reageert Hofdijk. “Bijvoorbeeld: als ik medicatiegegevens van deze patiënt nodig heb, waar staan die dan? Op basis daarvan hebben de schrijvers een zestal clusters onderscheiden waarbij de voorgestelde lokalisatie structuur een rol kan spelen. Met dat inzicht is de norm verder ontwikkeld, en de gekozen indeling is door de werkgroep geaccepteerd.”

Uitdagingen bij concept

Ook bleek aanvankelijk dat het concept lokalisatie nog niet was uitgewerkt in Nederland, hoe zijn de leden van de betrokken werkgroep
hier uiteindelijk toch uitgekomen? Hofdijk hierover: “Er is bij de ontwikkeling van de norm vooral geworsteld met het vinden van de oplossing om interoperabiliteit van ‘taal en techniek’ te bereiken op het gebied van lokalisatie. De norm moest eisen stellen aan het vastleggen en uitwisselen van gegevens voor het lokaliseren.”

De kracht van lokalisatiestructuur en metadata voor betere gegevensuitwisseling

Mede dankzij intensieve discussies met de werkgroep ‘Lokalisatie’ heeft dit geleid tot de ontwikkeling van de Lokalisatie structuur en de Lokalisatie meta data, die de lokaliseerbare dataset beschrijven. De lokalisatiestructuur zorgt er volgens Hofdijk voor dat de medische gegevens die voor andere behandelaren nodig kunnen zijn, zo gestructureerd worden, dat ze digitaal vindbaar zijn voor die andere zorgaanbieder (en dus ‘semantisch
interoperabel’ zijn).

Wezenlijke wijziging

Hofdijk geeft ook een voorbeeld van een onderdeel van de norm die wezenlijk is gewijzigd na de publieke consultatieronde. “Het aspect van getrapte lokalisatie is mede door de publieke consultatie nader gepreciseerd ten aanzien van de in de verschillende trappen verplichte velden. Er is nu een onderscheid gemaakt in de velden die voor de eerste trap verplicht zijn, waarmee eerst de behandelaren van die patiënt gelokaliseerd worden, en die voor de laatste trap verplicht zijn, waarbij de benodigde gegevens van die patiënt gelokaliseerd worden.”

Heldere eisen voor een compleet en betrouwbaar lokalisatieproces

De norm zegt niets over de tussenliggende stappen, benadrukt Hofdijk, maar stelt alleen dat bij de getrapte lokalisatie altijd de laatste trap bereikt moet worden. Dit zodat het lokalisatieproces ongeacht de implementatie, altijd leidt tot een lokalisatie structuur waarin minimaal de verplichte  velden altijd ingevuld zijn.

Resultaat telt

Kortom, het mag duidelijk zijn dat de norm voor Lokalisatie geen eenvoudige opgave is geweest en het bereiken van consensus, uiteindelijk de basis van elke norm, tijd nodig heeft gehad. Juist in deze omstandigheden is het verstandig om daar ook de tijd voor te nemen en de planning ondergeschikt te maken aan het resultaat. Resumerend, NEN 7519 heeft even geduurd, maar dan heb je straks
ook wat.

 

Dit artikel is eerder verschenen in de ICT&Health

Overige nieuwsberichten

Samen werken aan samenhang

20 januari 2025

‘Hoe werkt het nou bij NEN en hoe komt een norm tot stand?’ Dat zijn vragen die vaak gesteld worden. Zeker in het EGIZ-project, waar NEN een heel stelsel aan normen ontwikkelt in kader van de Wet Elektronische Gegevensuitwisseling in de Zorg – Wegiz. Een complex werkveld waar we samenwerken met het ministerie van VWS, … Lees meer

Herziene NEN 7513: aanpassing voor Logging in de zorg

19 december 2024

NEN 7513 is herzien en is vrij beschikbaar via de NEN-website. Deze norm stelt eisen aan het vastleggen van acties met betrekking tot persoonlijke gezondheidsinformatie en biedt zorgaanbieders aanwijzingen voor het loggen van informatie. Voor ontwikkelaars van informatiesystemen bevat de norm eisen waaraan hun softwaresystemen moeten voldoen. NEN 7513:2024 vervangt de versie van 2018. Als … Lees meer

Herziene NEN 7510 gepubliceerd

16 december 2024

Sinds de eerste publicatie in 2004 is NEN 7510 een belangrijk referentiekader voor informatiebeveiliging in de zorg. Met de recente herziening speelt de norm in op de toenemende uitdagingen rond cyberdreigingen en de groeiende behoefte aan veilige gegevensuitwisseling in de zorg. Waarom is NEN 7510 belangrijk voor elke organisatie opererend binnen het zorgdomein? De norm is zeer relevant … Lees meer